De schrijver en de componist

proust[1]

De schrijver en de componist

Van de correspondentie die Marcel Proust onderhield met de componist en pianist Reynaldo Hahn, kennen wij alleen Prousts kant, de brieven van Hahn zijn zo niet vernietigd dan toch wel tot op heden onvindbaar.[1] Proust maakte zijn vriend deelgenoot van zijn gevoelens, zijn belevenissen in het mondaine leven, zijn opvattingen op het gebied van de kunst, zijn vorderingen bij het schrijven van Jean Santeuil en later de Recherche. Naar de inhoud van Hahns brieven kunnen we echter slechts gissen.

Reynaldo Hahn
Reynaldo Hahn

De verzameling artikelen die in 2018 onder de titel Marcel Proust et Reynaldo Hahn. Une création à quatre mains bij Classiques Garnier verscheen, voorziet gedeeltelijk in deze lacune.[2] De drie auteurs, Philippe Blay en Jean-Christophe Branger, beiden musicoloog, en de Franse Proustspecialist Luc Fraisse, belichten in een dubbelportret de vruchtbare wisselwerking tussen de twee kunstenaars, die na een korte, gepassioneerde liefdesrelatie tussen 1894 en 1896 levenslang een hechte vriendschap onderhielden. Ze plaatsen Hahn in de context van de muziekwereld van de belle époque, en laten zien hoezeer de componist aanwezig is in het werk van Proust en welke rol Proust op zijn beurt speelt in de geschriften van Hahn. Daarvoor putten ze uit Hahns correspondentie met Jules Massenet, zijn leermeester op het conservatorium van Parijs, zijn conservatoriumvriend, de pianist Édouard Risler, en Madeleine en Suzette Lemaire, in wier salon Proust en Hahn elkaar in mei 1894 ontmoetten. Andere bronnen zijn drie latere teksten van Hahn – Du chant (1920), La grande Sarah : souvenirs (1930), Notes : Journal d’un musicien (1933) – en de documenten die zijn erfgenamen ter inzage hebben gegeven. En uiteraard ook het oeuvre van Proust. Toen hij in 1896 werkte aan Jean Santeuil, schreef Proust aan Hahn: ‘Ik wil dat je er altijd in aanwezig bent, maar dan als een god in vermomming die door geen sterveling herkend wordt’ (Corr. t. II, 52). En zo zal Hahn ook in de Recherche figureren, onzichtbaar maar ondanks de subtiliteit van de toespelingen herkenbaar. Zeker na de lectuur van de grondig gedocumenteerde bijdragen in deze fraai uitgegeven beschouwingen. Voor de hele bespreking, zie marcelproust.nl/dutch/Publicaties/Publ_Bulletin.html

[1] Marcel Proust, Lettres à Reynaldo Hahn, Édition de Philippe Kolb,  Préface Emmanuel Berl, Parijs, Gallimard, coll. Blanche, 1956. Opgenomen in Marcel Proust, Correspondance, éd. Philippe Kolb, Paris, Plon, 1970-1993.

[2] Marcel Proust et Reynaldo Hahn. Une création à quatre mains. Par Philippe Blay, Jean-Christophe Branger et Luc Fraisse. Paris, Classiques Garnier, « Bibliothèque proustienne no 21 », 2018, 229 p.