De eerste roman van Georges Perec: L’Attentat de Sarajevo

Georges Perec, L´Attentat de Sarajevo, Parijs, Seuil, mei  2016.

Na in 2012 Le Condottière, een niet eerder gepubliceerde roman van Perec uit 1960 te hebben uitgegeven, doet Le Seuil dat nu ook met de uit 1957 daterende roman L’Attentat de Sarajevo, die destijds door de uitgeverij was afgewezen.

Perec bracht de zomer van 1957 door in Joegoslavië, verbleef er in Sarajevo en in Belgrado, raakte verwikkeld in een liefdesgeschiedenis, en dicteerde onmiddellijk na terugkomst in Parijs de sterk door zijn recente ervaringen beïnvloede roman aan een vroeger klasgenootje, Noëlla Menut. Zij schonk het aan haar opgedragen manuscript in 1992, tien jaar na de dood van Perec, aan de IMEC (Institut de mémoires de l’édition contemporaine). (1) Een tweede versie van L’Attentat…  is via een van Perecs Joegoslavische vrienden teruggevonden. Bij een  verhuizing had Perec per abuis al zijn manuscripten van voor 1962 weggeggooid.

In L´Attentat de Sarajevo vermengt Perec de  geschiedenis van de Balkan met het verhaal  van een driehoeksververhouding. De ik-verteller is verliefd op Mila en maakt haar het hof, haar veel oudere minnaar Branko laat dit niet over zijn kant gaan en de verteller vat het plan op om zijn lastige rivaal door diens jaloerse echtgenote Anna te laten ombrengen. Daartoe nodigt hij het drietal uit in  hotel Evropeivski in Sarajevo, met de bedoeling om Branko door Anna te laten neerschieten, precies op de plaats waar op 28 juni 1914 de Bosnische nationalist Gavrilo Princip een aanslag pleegde op aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk en zijn gemalin Sophie. De roman eindigt tamelijk abrupt, nog voor de beraamde moordaanslag.

De terugblik van de ik-verteller op zijn amoureuze avonturen krijgt een extra dimensie doordat Perec deze afwisselt met uittreksels uit de verslagen van het proces tegen Princip. (2) Perec was zich ervan bewust dat met de historische gebeurtenissen in Sarajevo ook in de microgeschiedenis van zijn eigen Pools-Joodse familie de klok van de tijdbom was afgesteld.

Net zoals le Condottière is L’Attentat de Sarajevo het laboratorium waarin een jeugdige auteur geëxperimenteerd heeft met vertelvormen, personages en thema’s. De roman is vooral interessant om te lezen als je latere boeken zoals het aangrijpende autobiografische W of de jeugdherinnering of de overweldigende roman Het leven een gebruiksaanwijzing al kent. Zo zal de tweeledige structuur van het boek een van de vaste formele kenmerken van Perecs latere werk worden.

73802[1]De afbeelding op de omslag van L’Attentat de Sarajevo, een portret van Perec,  gedateerd  augustus 1957 (Belgrado), is van de hand van Mladen Sbrinovic. De kunstenaar heeft zich bij de portrettering van Perec sterk laten beïnvloeden  door foto’s van Kafka. Perec, die een bijzondere voorkeur had voor een jeugdfoto van hemzelf waarop hij een sterke gelijkenis met Kafka vertoonde, was daarmee uitermate ingenomen.   

De tekst is bezorgd door Claude Burgelin, een van Perecs oudste vrienden en een van de  subtielste exegeten van zijn werk.

[1] Over zijn Joegoslavische avonturen brengt Perec verslag uit in zijn correspondentie met Jacques Lederer: ‘Cher, très cher, admirable et charmant ami…’, Correspondance Georges Perec & Jacques Lederer, Parijs, Flammarion, 1997, 38-50.

[2]Gebaseerd op uittreksels van het proces  in een studie van Albert Mousset, getiteld L’Attentat de Sarajevo, Un drame historique (1956).